De rocklegende Glenn Hughes was in Berlijn om zijn nieuwe album dat in september verschijnt, te promoten. In de Teufel flagshipstore gaf de zanger en bassist een hele reeks interviews aan Berlijnse muziekjournalisten en aan onze redactrice Natalie die verantwoordelijk is voor het Engelstalige Teufel blog.
Deep Purple en Black Sabbath – twee wereldbands die geen introductie meer nodig hebben. De Britse zanger drukte zijn stempel op beide bands en speelt tegenwoordig in eigen projecten zoals Black Country Communion (samen met Joe Bonamassa – volgens vele de beste gitarist van nu – red).
Glenn had zin in het interview, vertelde uitgebreid over zijn jeugd, het geheim van zijn stem en zijn plannen.
TEUFEL: Glenn, dank je wel dat we je mogen interviewen. Fijn dat je tijd hebt voor ons hebt. We hebben van tevoren natuurlijk ons huiswerk gedaan en volop gerechercheerd. Zo weten we dat jij je naam aan de beroemde big band boss Glenn Miller te danken hebt en dat je als kind trombone hebt gespeeld…
Glenn: … ja, dat klopt.
Teufel: Glenn, hoe ben je de artiest geworden die je nu bent?
Glenn: Toen ik 11 was, speelde ik trombone in de schoolband – zo heb ik leren notenlezen. Dat ging me heel gemakkelijk af. In wiskunde was ik echter helemaal niet goed. Eigenlijk was ik nergens goed in, behalve in muziek. Ik was misschien wel de beste van de hele school, maar dat ik echt talent had, dat had ik toen nog niet door.
Op een avond zette ik voor het eten nog snel de tv aan – ik zag toen de nog vrij onbekende Beatles met hun song “Twist and Shout”. Het was de eerste keer dat ik de Beatles zag en ik was meteen verkocht.
Ik liet de trombone voor wat hij was en in de daaropvolgende zes maanden leerde ik gitaar spelen. Ik heb mijn moeder gevraagd of ik een gitaar voor kerst mocht. En hoewel mijn ouders niet veel geld hadden – ze waren arbeiders, hebben ze alles bij elkaar gespaard om mij m’n eerste gitaar te kunnen geven. Want sinds die dag wilde ik alleen nog maar gitaar spelen.
TEUFEL: Je was al een legende in je tijd met Deep Purple en Black Sabbath in de jaren 70 en begin jaren 80. Hoe zou je die jaren achteraf beschrijven?
Glenn: Nou, het was echt een waanzinnige tijd toen ik quasi van de ene op de andere dag een superster werd. In het begin van mijn carrière werd ik nauwelijks waargenomen, maar toen ik bij Deep Purple kwam, was ik opeens een superster. Maar ik had de impact van mijn bekendheid en de financiële voordelen die eraan waren verbonden niet echt in de gaten. Ik wilde vooral leren hoe ik me muzikaal verder kon ontwikkelen.
TEUFEL: Bij het beluisteren van je latere werken met Black Country Communion en je laatste soloalbum Resonate, viel ons op hoe goed je stem nog in vorm is, met zoveel positieve energie. Hoe doe je dat? Wat is je geheim?
Glenn: Het belangrijkste is: ik ben helemaal niet bang als het om zingen gaat. Wij mensen worden door zoveel angsten gedreven, maar als ik op het podium sta, dan voel ik geen angst. Dat is een grote gave en ik voel dat ik dit talent te danken heb aan iets of iemand dat groter is dan al het andere ter wereld. Dat maakt me gelukkig. Je ademhaling is bij het zingen heel belangrijk – en hoe je hiermee je stem controleert.
Verder ben ik ook voor een groot gedeelte entertainer. Een entertainer die precies weet wat hij met gevoel, agressie of drama bij z’n publiek teweegbrengt. Dat heb ik van mijn vriend David Bowie geleerd en van Prince. Wie Prince ooit live heeft zien spelen, die weet, hoe hij zijn publiek kon bespelen.
TEUFEL: Wanneer komt je nieuwe album uit en kun je het met een woord beschrijven?
Glenn: Op 22 september. Het is heftig.
Teufel: Heftig? Ok! Wie ordnest du es denn gegenüber anderen Alben von Black Country Communion ein?
Glenn: Een voortzetting. Ik wilde geen ander genre. Ik wilde dezelfde thema’s: leven, dood, angst, geloof, verraad, acceptatie – allemaal Glenn Hughes dingen. Geen fictie, geen hobbits, geen Gremlins en al helemaal geen heksen.
TEUFEL: Je fans zullen je album geweldig vinden…
Glenn: … ja en ze weten ook al meteen dat het Black Country is, nog voordat ik begin met zingen. Het is een rock album dat ook duidelijk voor rock fans geschreven is.
TEUFEL: Glenn, wat ben je in de nabije toekomst van plan?
Glenn: Ik ben op het moment echt heel druk. Deze zomer sta ik met mijn band op een paar festivals.
TEUFEL: Zijn er artiesten met wie je per se nog zou willen samenwerken?
Glenn: Mijn vrienden vragen of we samen iets kunnen doen en dat doen we dan. Samen met Stevie Wonder, maar ook met Slash (gitarist van Guns N Roses – red.) speel ik 3 of 4 keer per jaar iets en ook met Steven Tyler (leadzanger Aerosmith – red.). Maar – en dat wil ik erbij zeggen – alleen nuchtere vrienden.
Teufel: De vraag die we iedere gast stellen en bij jou als artiest bijzonder interessant: waar luister je privé naar?
Glenn: ik luister naar alle soorten muziek. Niet slechts een genre. Ik luister naar alles. Ik leer graag. Ik luister naar minder populaire muziek. Ik luister naar nieuwe dingen, naar klassiek. Ik ben een muziekfan – houd van alle muziekvormen.
TEUFEL: Als je op tour gaat, hoe luister je dan naar muziek?
Glenn: Nou ja, ik heb downloads van alles wat ik interessant vind. Ik maak vaak gebruik van streamingdiensten. Ook krijg ik veel toegestuurd van bands en artiesten vanuit alle hoeken ter wereld. Ik heb met een band uit de Tsjechische Republiek “Monkey Business” een song opgenomen. Ze klinken als een band uit New York en zijn echt het grappigste dat ik ooit heb gehoord.
Ik werk ook met iemand samen die zich Reignwolf noemt. Google “Reignwolf” maar en luister ernaar. Hij speelt drums en gitaar en zingt ook nog. Hij lijkt op Jack White – in het kwadraat.
TEUFEL: Dat is een coole tip voor onze lezers. Glenn, veel geluk met al je komende projecten en bedankt voor je tijd.
Glenn werd geïnterviewd door Natalie van het Engelse Teufel blog. Dit is een ingekorte versie.
Natuurlijk hebben we de video’s waar Glenn het over had gegoogled. Dit zijn ze:
Video’s met Glenn Hughes
#
Meer over Glenn Hughes
Om volop van Glenn Hughes en andere rocklegendes te kunnen genieten, bekijk onze stereo systemen bijvoorbeeld deze: